Dit departement ligt aan de voet van de Pyreneeën met de prachtige Béarnstreek waar veel stromende riviertjes en beken te vinden zijn. Samen met Baskenland vormt Béarn het departement Pyrénées-Atlantique. Sneeuw en palmbomen. Een bijzondere combinatie. Het bestaat in Pyrénées-Atlantique. Het zuidelijke landschap tussen de Atlantische Oceaan en Hautes-Pyrénées, wordt gedomineerd door de machtige Pyreneeën waarvan de hoogste toppen ook zomers wit zijn. Het zicht op de bergketen is misschien wel het mooist vanuit het groene heuvellandschap van Béarn des Gaves met zijn heerlijke historische stadjes Navarrenx, Orthez, Salies-de-Béarn en Sauveterre-de-Béarn.
Pau, de hoofdstad van het departement, is een bezoek waard. Pau heeft een schitterende kathedraal en in het Château de Pau wordt een mooie historische collectie bewaard. In de kasteeltuinen is het goed wandelen, evenals op de bijbehorende 19de-eeuwse ‘boulevard des Pyrénées’, van waaraf de imposante Pic du Midi d'Ossau zichtbaar is, die 2884 meter boven de vallei van Ossau uitrijst.
Tapas eten, met een frisse AOC Béarn rosé erbij, is in de Pyrénées-Atlantique even populair als bij zijn Spaanse buren. Dat brengt ons naar Baskenland, de ‘andere helft’ van het departement. Frans Baskenland is contrastrijk: we vinden er de rust van de bergen en valleien én de zomerse drukte van de kust van de Golf van Biskaje met de langste stranden van Frankrijk. Om twee beroemde plaatsen kunnen we niet heen: de gezellige haven- en winkelstad Saint-Jean-de-Lutz en de mondaine badplaats Biarritz dat ooit een nietig vissersplaatsje was, maar werd ontdekt nadat Napoleon III en Keizerin Eugénie er in de 19de eeuw een zomerpaleis lieten bouwen. Biarritz is ook een perfect vertrekpunt voor uitstapjes naar het Baskenland.
Ook landinwaarts biedt Frans Baskenland een reeks kleinere stadjes die een bezichtiging waard zijn: Saint-Jean-Pied-de-Port, Oloron-Sainte-Marie, Ascain, Ainhoa en Sare. Wat ook zeker niet op het lijstje mag ontbreken, is Espelette, naamgever van de felrode pepers die zomers in strengen aan de balkons van de rood-witte huizen te drogen hangen. We vinden de ‘piment d’Espelette’ terug in streekgerechten als Baskische kip, Axoa, een mild gerecht van gehakt lamsvlees, en in Sakari, een pittige saus die vooral bij gegrild vlees gegeten wordt.
Een culinaire lekkernij die vanuit Baskenland wereldwijd geëxporteerd wordt, is de ham van Bayonne. In de stad staat een indrukwekkende Gotische kathedraal en een Baskisch museum. Grote delen van de stadswallen zijn goed bewaard gebleven en aangenaam om te wandelen. De sfeer in Bayonne is écht Baskisch. De taal en tradities worden er in ere gehouden. Er zijn veel tapas-restaurantjes en dé nationale sport van Baskenland wordt er fanatiek beoefend: Pelota, een aardig kijkspel dat overeenkomsten heeft met de Friese kaatssport.
In zowel Béarn als Frans Baskenland is enorm veel te zien en te beleven. Zomers vinden kleurrijke lokale feesten plaats en veel dorpen en stadjes organiseren markten en braderieën. De markthallen van Pau zijn iedere dag open; iedere vrijdagochtend is er een grote warenmarkt in Jurançon, bekend om zijn witte aperitiefwijn. Wie de bergen in gezinsverband op een bijzondere manier wil beleven, moet zeker een rit maken met de ‘Petit train d’Ártouste’ die op 2000 meter hoogte een duizelingwekkend uitzicht over de Pyreneeën biedt.